Bijna 71 lentes telt hij en aankomende februari volgt er weer een grote solotentoonstelling in Galerie Kralingen. Louis Looijschelder: als SKAR-huurder van het eerste uur blijft hij productief, maar vooral ook optimistisch: ‘Met mijn internist heb ik afgesproken dat ik minstens 80 wordt.’
Na slokdarmkanker valt het fysiek niet altijd mee, maar de levensesprit is er nog in grote hoeveelheden. Louis Looijschelder, huurder bij SKAR sinds 1968, werkt nog elke dag in zijn studio aan de Nesserdijk. Evident dat hij kunstenaar werd, was het niet. Zijn vader zat op de binnenvaart en moest niets hebben van een eventuele schuld voor de studie van zijn zoon. De toentertijd bekende tv-persoonlijkheid en tevens rector van de kunstschool Pierre Jansen wist zijn vader ervan te overtuigen dat zijn zoon talent had en dat het een subsidie was, geen schuld. En zo mocht hij toch naar de academie.
Zijn thema: de zee
In zijn werk heeft de zee van zijn vader altijd een grote rol gespeeld, ook zijn er duidelijke pop-art invloeden te onderscheiden door het Amerika dat zo belangrijk werd in de tijd dat hij jong was. ‘De afgelopen jaren is mijn werk poëtischer geworden, meer verinnerlijkt. Waar ik vroeger wilde schoppen en moraliseren, wat hoort bij de jeugd, zoek ik nu naar schoonheid. Dat komt simpelweg met de jaren.’
Nieuwe tentoonstelling
Vergankelijkheid, het thema van zijn aankomende tentoonstelling, past bij deze tocht naar binnen en bij zijn levensfase. Van 25 februari tot en met eind maart vindt zijn tentoonstelling plaats in Galerie Kralingen. Er zullen zo’n 40 tot 50 werken te zien zijn, vooral recent werk. Hij moet nog een paar schilderijen maken, vertelt hij. Sommige dagen ziet hij tegen de tentoonstelling op, andere dagen ziet hij ernaar uit. ‘Het is het ergst als er geen reactie komt op een tentoonstelling. Terwijl “zwakkere” werken ook van belang zijn. Ze zijn onderdeel van een zoektocht en noodzakelijk om iets te vinden. Maar ditmaal is mijn hoofdgevoel toch positief.’
Cultureel klimaat
Hoewel zijn schilderijen de wereld over gingen, heeft Louis Looijschelder altijd in Rotterdam gewerkt en gewoond. ‘Het culturele klimaat in Rotterdam is vele malen beter geworden dan toen ik begon. Destijds waren er misschien twee plekken waar kunst werd tentoongesteld. Nu zijn er veel meer plekken en trekt de stad ook meer creatieve mensen aan.’ Volgens Louis is Rotterdam altijd een gemoedelijke stad geweest, toegankelijk voor kunstenaars van elders, maar tegelijkertijd waren er de harde randen van de havenarbeid. In de stad heeft hij een aantal grote muurschilderingen gemaakt, de grootste van zo’n 125 vierkante meter aan de Oude Binnenweg. Inmiddels zijn de schilderingen weer verwijderd. Hij is er nuchter onder. ‘Ach, zo gaan die dingen, ik heb ze met plezier gemaakt.’
Advies aan jongeren
Op de vraag wat het verschil is tussen zijn generatie en de jongere, antwoordt hij: ‘De jongeren zijn ondernemender, ze multitasken veel meer. Maar de intentie blijft gelijk. Het gaat om het creatieve proces.’ Advies geven aan jongere generaties vindt hij wat aanmatigend, want wie is hij om dat te zeggen, maar dan toch: ‘Ga door roeien en ruiten. Doe wat jij wil. In je leven ga je sowieso meerdere malen op je muil. Dan kun je dat maar beter zelf hebben gedaan dan dat het door iemand anders komt.’