Jarenlang was Jan Donia vaste redacteur van het SKAR Journaal. In deze laatste editie blikt de kunstliefhebber terug en kijkt hij vooruit op de kansen voor SKAR. En natuurlijk spreekt hij over het blijvende belang van kunst.
‘Het atelier is voor veel kunstenaars belangrijker dan het eigen huis’, zegt Jan Donia, jarenlang redacteur van het SKAR-journaal. ‘Het atelier is het eigen kleine koninkrijk van de kunstenaar. Zelfs kunstenaars die een kleine productie hebben, zitten toch vaak iedere dag in het atelier. Zo belangrijk is het atelier voor de kunstenaar.’ Jan Donia, nu 78 jaar, heeft vanaf 1963 geschreven over Rotterdamse kunstenaars. In dat jaar werd hij kunstcriticus voor De Havenloods en sinds die tijd bezocht hij talloze ateliers. Al vrij snel schreef hij ook voor landelijke tijdschriften en recenseerde hij internationale tentoonstellingen, bijvoorbeeld die gehouden werden in de roemruchte Galerie ’t Venster aan de Oude Binnenweg. Hier hadden later beroemd geworden internationale kunstenaars als Keith Haring hun eerste tentoonstelling in Nederland of zelfs in Europa. Donia schreef een boek over de galerie, Surrogaat. 15 jaar Galerie ’t Venster, tussen Kiefer en Koons.
SKAR-Journaal
Donia stond ook aan het begin van het SKAR Journaal: ‘Ik kwam in 2005 Chris Bouma tegen, de overleden directeur van SKAR, toen hij een tentoonstelling opende van kunstenaars uit het SKAR-pand aan de Hildegardisstraat. Ik had over die kunstenaars stukjes geschreven en was op die opening. Daar ontstond het idee van een SKAR-journaal, eerst bescheiden met vier pagina’s en dat groeide langzaam uit. Ik haalde er ook mensen van buiten bij, bijvoorbeeld om columns te schrijven.
Vrijheid
Als redacteur van het SKAR-journaal had Donia redactionele vrijheid. En het SKAR-journaal werd goed gelezen. Donia: “Dat merkte ik als ik kunstenaars uit SKAR-panden tegen kwam, die reageerden op de artikelen. Ook vanuit het Stadhuis kwam af en toe een reactie, vooral als we kritisch waren op het beleid.” Tegenwoordig zijn de banden met de politiek positief en constructief. “En gelukkig heeft SKAR vroeger nogal wat panden in eigendom kunnen overnemen en hebben we voor een deel van de gemeentepanden een contract voor tien jaar vast afgesloten. Dat geeft rust en dat heeft SKAR nodig, simpelweg omdat de huurders, de kunstenaars rust nodig hebben om te kunnen werken.”
Het belang van kunst
‘Natuurlijk heeft de SKAR toekomst’, zegt Donia. ‘Alleen al omdat de kunst toekomst heeft. Kunst zal altijd gemaakt blijven worden en daarom zal er altijd vraag zijn naar werkruimten, naar ateliers. Die vraag kan inhoudelijk wel veranderen. Jongere kunstenaars werken met ander media. Er wordt nog steeds flink geschilderd, maar ook mediakunst gemaakt en installaties. Jongeren werken vaker in groepen, in collectieven. De opgave voor SKAR is om naast de bestaande atelierbehoefte voor nieuwe groepen jongere kustenaars een nieuw soort aanbod te ontwikkelen. Hoe het werk ontstaat, is aan de kunstenaar, pas als een werk het atelier verlaat mag het beoordeeld worden. Het is het resultaat dat telt. Binnen het atelier is de kunstenaar veilig en mag hij onderzoeken en experimenteren. In het atelier is de kunstenaar koning.’