Het is geen verrassing als we zeggen dat de prijzen de afgelopen jaren flink zijn gestegen. Dat zit in alles, levensmiddelen, materiaal, energie en huur. Betaalde je in 2017 voor een liter melk het bedrag van € 0,90 kostte, nu betaal je € 1,19. Nu klinkt 29 cent niet als erg veel, maar het is wel eenderde meer dan wat je acht jaar geleden betaalde. Het is ook iets meer dan de inflatie. Die is van 2017 tot nu 29%. Had de melkprijs de inflatie gevolgd, dan had je nu niet € 1,19, maar € 1,16 moeten betalen.
De huur is minder gestegen dan de inflatie
De huurprijzen voor werkruimtes, ook die van ons, volgen ook de inflatie. In het jargon van het vastgoed heet dat ‘indexatie’, en die vindt ieder jaar plaats. Bij SKAR gebeurt dat ieder jaar op 1 juli. Het bedrag dat je nu betaalt voor een atelier is hoger dan wat je in 2017 betaalde, simpelweg omdat het geld minder waard geworden is. Wie toen een gemiddeld atelier in de Borgerstraat, om een voorbeeld te noemen, betaalde € 124,30 aan kale huur per maand. Nu betaalt diezelfde persoon € 155,44. In euro’s is dat verschil best wel een bedrag: € 31.
Komt dat overeen met de inflatie? Nee, het is minder. Eigenlijk had die huurder niet € 31 maar € 36 per maand meer moeten betalen, namelijk € 160,47. We hebben minder inflatie doorberekend dan zou moeten: in plaats van 29% was het 25%. Zeker toen de inflatie schrikbarend hoog was, in 2022, hebben we besloten om de inflatie niet volledig door te berekenen aan zittende huurders. Daar hebben we toen ook over geschreven in onze nieuwsbrief. Ook dat dit betekende dat we minder aan de panden konden uitgeven, SKAR maakt immers geen winst.
Gold dat voor iedereen? Wel voor wie toen huurde bij SKAR. Maar wie na 2022 huurde betaalt wel wat meer, simpelweg omdat we ons dat niet konden veroorloven. Was de SKARnorm voor wie in 2016 (toen de SKARnorm ontstond) een atelier huurde nog € 50 per vierkante meter per jaar, nu is dat € 64,29. Als we de inflatie volledig hadden gevolgd, dan was de SKARnorm € 65,40 geweest. Als we omgekeerd rekenen, en de volledige inflatie aftrekken van de huidige SKARnorm, zou je dus nu minder betalen dan toen.
Maar de kosten voor energie zijn veel sneller gestegen
Het voelt anders, dat is wel duidelijk. Niet alleen omdat het bedrag anders is, maar omdat andere kosten nog veel sneller gegroeid zijn. Je betaalt niet alleen huur voor je atelier. Er zijn ook de servicekosten. We hebben eerder al hierover geschreven, namelijk dat ze gemiddeld drie maal zo snel groeien als de inflatie. En dat is volledig te danken aan de kosten van energie. Sinds 2017 zijn die kosten meer dan verdubbeld. Betaalden huurders in 2017 in bijvoorbeeld dezelfde Borgerstraat gemiddeld € 59 per maand aan servicekosten, in 2024 was dat € 132. Waren de servicekosten alleen met de inflatie gegroeid, dan was dat € 76 geweest. Het verschil, € 56 per maand, is dus naar de energiemaatschappij gegaan. En dat verschil zal alleen maar oplopen, als we alles laten zoals het is.
Hier kunnen we niet veel aan doen, behalve verduurzamen. En dat is waar we nu heel hard aan trekken.