Menu Sluit
EN

“Zoeken zonder te willen scoren.”

Interview met Herman Lamers

Op de begane grond van creatieve broedplaats Het Archief op de Robert Fruinstraat stelt beeldend kunstenaar Herman Lamers wisselende tentoonstellingen samen. Het kunstenaarschap valt niet helemaal te scheiden van het curatorschap: “Tentoonstellingen maken vind ik eigenlijk ook een soort kunst”, zegt Herman. In zowel zijn eigen werk als bij het maken van tentoonstellingen zoekt hij met verschillende materialen en werken naar het beste antwoord op de omgeving.

Een werk dat in een tentoonstelling gepresenteerd wordt, valt of staat met een door de curator gecreëerde context. “Je moet een ruimte creëren waarin alle werken tot hun recht komen”, want “slecht werk goed gepresenteerd, kan heel goed zijn. Maar goed werk, slecht gepresenteerd, is altijd slecht.” Daarom moet er worden gezocht naar de juiste combinatie van werken en balans in kleur, plaatsing, context, betekenis, bekendheid of ervaring van de deelnemende kunstenaars. Daar moet wel een kanttekening bij geplaatst worden: het mag niet té bedacht zijn. Een interessante tentoonstelling maken betekent blíjven zoeken zonder te willen scoren: “dat je eigenlijk niet zeker weet of het nou echt goed gelukt is.”

Volgens Herman moet een tentoonstelling “een confrontatie en een conflict zijn”, zodat je als bezoeker “tegen je zin gaat genieten. Dat je denkt: het is niet mijn ding maar óók interessant.” Om dat te bewerkstelligen vraagt hij bijvoorbeeld aan kunstenaars of ze “nog onbekend werk in de kast hebben liggen.” Werken die niemand van ze verwacht, maar die wel zeggen: dit ben ik óók. “Dat levert spannende dingen op.” Het conflict ontstaat in het samenspel van de combinatie van kunstenaars en kunstwerken.

Voor elke tentoonstelling moeten een concept en context worden gecreëerd die het conflict en de confrontatie opzoeken. De curator moet daarbij verdergaan dan vinden wat ‘mooi’ of ‘goed’ is. Om te ontdekken welk concept het best past bij een expositie, moet er flink worden uitgetest. “Door deze manier van werken ontmoet ik steeds nieuwe kunstenaars met verschillende stijlen en concepten”, zegt Herman. “Hierdoor moet ik steeds op zoek naar een nieuwe balans en goede toon om het als geheel te laten functioneren.” Dat kan niet door “op safe te spelen”. Niet op safe willen spelen betekent vragen durven stellen: wat is goed werk en wat slecht werk? Wanneer komt de betekenis van een werk naar voren? Over hoe de bezoeker deze vragen beantwoord heeft de curator geen volledige controle: “maken is accepteren dat dingen er niet zo uitzien als je wilt.”

Niet alleen de curator, maar óók de bezoekers moeten hun best doen. Dat wil zeggen: niet focussen, maar kíjken. Wat gebeurd er om het kunstwerk heen? Hoe werkt dat tegen of met het kunstwerk? Herman’s boodschap voor expositie-bezoekers: minder consumeren, meer richten op de gedachten en uitgangspunten van de maker. Mondriaan wordt een stuk interessanter wanneer je met Mondriaan’s blik naar zijn kunst kijkt. Pas “als je gaat denken over: als ik maker was, hoe zou ik het dan doen?” wordt het spannend. “Als consument blijf je vaak te oppervlakkig kijken.”

 

De presentatieruimte van Het Archief is open op afspraak en elke zaterdag en zondag van 13.00-17.00. Daarnaast vindt in de presentatieruimte elke zondag van 15.00-18.00 “Café Lamers” plaats, waarbij kunst en live muziek elkaar ontmoeten.